Ooit, zei ik, ooit wil ik weer een 245, de tank die ik vroeger ook had. Ik vond er meer dan genoeg op de Gebruikte Auto sites maar er was altijd wel iets waardoor het toch niet het exemplaar was dat mij aansprak. Om mezelf te beschermen had ik de gewoonte dat, als ik iets wilde hebben, ik niet moest zoeken maar gewoon moest afwachten tot er iets om mijn pad zou komen.
En zo kreeg ik op enig moment een berichtje van een goede vriend, ‘ik denk dat ik jouw auto gevonden heb’. Ja, da’s niet zo moeilijk, als ik uit het raam kijk zie ik ‘m staan. ‘Nee, ik heb de 245 gevonden die jij wilt en hij staat in Haarlem’. Dat moest een voorteken zijn. Ik had er ooit gewoond en hield er goede herinneringen aan over. De afspraak was snel gemaakt, een proefrit volgde en na nadere inspectie bleek het inderdaad mijn wensauto te zijn. Die vrijdag reisde ik per trein (dat was lang geleden) naar Haarlem en als een koning zo rijk zoefde ik naar huis in de zwarte 245 GL met automaat, werkende airco en alles wat op mijn lijstje had gestaan.
Mijn verzekeringsman had ik al ingeseind en die kwam even later met het bericht dat er toch echt wel een startonderbreker in moest. De ‘maatschappij’ stelde dat als eis. Een mij bekende monteur kluste in z’n avonduren aan Volvo’s en hem had ik gevraagd de auto te inspecteren en waar nodig wat werkzaamheden te verrichten. Olie en filters moesten vervangen worden, er was links of rechts een lampje stuk en ik vroeg hem er zo’n startonderbreker in te zetten.
Toen ik de auto bij hem ging ophalen zat er bij de sleutel een zwart ‘dingetje’ dat ik voor het starten tegen een ander ‘dingetje’ op het dashboard moest houden. En warempel, het knipperende lampje ging uit en ik kon starten. Dat wil zeggen …. meestal. Maar soms ook niet. Dan moest ik de procedure herhalen en uiteindelijk kon ik dan altijd toch wel starten. Tot ik op de boot naar Texel stond. We liepen naar de auto om het eiland op te rijden, ik deed de truc met het ‘dingetje’ en het bleef stil. Nou ja, op de toeterende auto’s achter me na. Gelukkig was er behulpzaam personeel dat de auto van de boot op de kade duwde. Ja, ze moesten me gewoon kwijt natuurlijk en eenmaal aan land wilde de auto wél weer starten. Maar het was elke keer weer een verrassing, doet ie ’t of doet ie ‘t niet.
Inmiddels waren we een jaar verder, had ik het onderhoud ondergebracht bij mijn vaste dealer en nadat ik voor de zoveelste keer met een onwillige auto was blijven staan had ik het helemaal gehad met ‘dingetjes’ en vroeg ik hem om dat rotding er alsjeblieft uit te halen. Wat over bleef was een bescheiden foplichtje op het dashboard dat ik naar believen aan en uit kon zetten. De verzekering heb ik het nooit verteld en ik heb nog lang en ononderbroken genoten van mijn 245.
Immers …
Volvo for life